Het orgel

Een duik in het verleden en heden van ons orgel.

Het kerkgebouw van de PG ‘de Banier’ (tot 1 januari 2021 Gereformeerde Kerk) kwam gereed in 1911. Tot 1923 moest men het zonder orgel stellen. In dit jaar kon er een orgel worden aangeschaft, dit werd geleverd door de bekende firma Van Dam te Leeuwarden.
Het was niet een nieuw orgel, maar een assemblage van oudere onderdelen, die de fa. Van Dam blijkbaar beschikbaar had. Daar deze onderdelen niet erg goed bij elkaar pasten, was het een ietwat ‘vreemd’ orgel geworden. Toch heeft dit instrument zonder al te grote reparaties ruim 50 jaar dienstgedaan.

Tot 1921 heeft dit orgel dienst gedaan in de Gereformeerde Kerk van Ferwert. Daar zal het van elders zijn aangekocht. Het is een oorspronkelijk 1-klaviersorgel, gemaakt door Johannes Stephanus Strumphler, een uit Westfalen afkomstige orgelbouwer. Bouwjaar is onbekend. Er werden nieuwe frontpijpen geplaatst, alsmede nieuwe ornamentiek. Daarbij is ook ander nieuw pijpwerk door Van Dam geplaatst. In 1944 is er nog een restauratie uitgevoerd door Bakker en Timmenga (Bron: 'Vijf eeuwen Friese Orgelbouw. Een schoone voorraad waarlyk' van Jan Jongepier)

Het orgel had de volgende dispositie:
Manuaal, C – f3: 1. Presant 8’
2. Bourdon 16’
3. Violon 8’
4. Holpijp 8’
5. Viola da Gamba 8’
6. Octaaf 4’
7. Woudfluit 2’
8. Cornet 3 st.disc.
9. Roerfluit 4’

Pedaal, C- g o : Aangehangen

Het instrument begon de laatste jaren, we spreken dan over de jaren begin 1980, veel storingen en problemen te geven.
Onderzoek wees uit dat een ingrijpende restauratie, dan wel nieuwbouw noodzakelijk was geworden.
Na uitvoerig overleg en het overwegen van diverse mogelijkheden, viel tenslotte het besluit de slechte gedeelten van het orgel geheel te vernieuwen en nog bruikbare onderdelen na restauratie opnieuw toe te passen.
Bovendien werd besloten het instrument te voorzien van een bescheiden vrij pedaal. Ook werden voorbereidingen getroffen om het orgel in een later stadium te voorzien van een tweede manuaal, te bouwen als onderpositief.

De werkzaamheden werden opgedragen aan de fa. Hendriksen & Reitsma te Nunspeet.
De heer ing. Tjibbe Heidinga uit Leeuwarden trad op als adviseur van de kerk.

De eerste fase van de restauratie en vernieuwing van het orgel kon begin 1983 worden afgerond.

De dispositie zag er toen als volgt uit:

Hoofdwerk, C – f3: 1. Presant 8’ (front nieuw, rest oud)
2. Bourdon 16’ (oud)
3. Violon 8’ (oud)
4. Holpijp 8’ (oud)
5. Octaaf 4’ (oud)
6. Octaaf 2’ (nieuw)
7. Cornet 4 st.disc (oud)
8. Mixtuur 4 st (nieuw)
9. Trompet 8’ (nieuw)
Bas en discant

Onderpositief: Gereserveerd

Pedaal, C- d 1: 1. Bourdon 16’ (oud pijpwerk)
(grootste 8 pijpen op mechanische wijze gecombineerd met
Bourdon 16’van het hoofdwerk

Systeem: Mechanische sleeplade.

De registers Viola da Gamba 8’, Roerfluit 4’ en Woudfluit 2’ werden in het orgel opgeslagen om t.z.t. weer te kunnen worden toegepast in het Onderpositief.

Ook de kast van het orgel werd bijna geheel nieuw gemaakt. Het front en het lof- en steekwerk van het orgel zijn geheel nieuw gemaakt volgens ontwerp van de heer Heidinga, evenals de balustrade van de orgelgalerij.
Niet onvermeld mag worden dat het lof- en steekwerk op voortreffelijke wijze is vervaardigd door de gemeenteleden Jan P. Huisman en Piet Bakker.
Het schilder- en verguldwerk aan het orgel werd ook door eigen gemeenteleden ter hand genomen, dit onder leiding van Henk Blekkenhorst.
De heer Heidinga concludeerde dat de restauratie en vernieuwing van het orgel op een deskundige en verzorgde wijze was uitgevoerd: ‘zodat het instrument thans weer een lust voor oog en oor is’.

Het Onderpositief
Voor de eerste restauratie was het al aan de orde geweest: verbetering van de structuur van het orgel en reparatie van versleten onderdelen. Maar om deze operatie in één keer uit te voeren was financieel niet haalbaar.
In 1994 werden reeds de eerste stappen ondernomen om tot een uitbreiding van het onderpositief te komen. Uiteindelijk werd in eind 2000 het startschot gegeven. Fa. Hendriksen & Reitsma werd deze opdracht gegund voor 65.775 gld (excl.BTW).
De heer Piet Wiersma uit Leeuwarden (reeds jaren organist, o.a. van de Grote Kerk van Monickendam) heeft ons bijgestaan met advies.

Wat is er zoal aangepast/vernieuwd:
-nieuwe sleeplade aangebracht, gelijke materialen als de hoofdwerklade
-tussen klaviatuur en lade een mechanische overbrenging aangelegd
-aanleggen van een registermechaniek
-aanbrengen van windkanaal tussen balg en nieuwe windlade
-het plaatsen van een pneumatische uitlaattremulant
-aanwezig pijpwerk (Roerfluit 4’en Woudfluit 2’) restaureren
-geheel intoneren

-de aan te brengen Dispositie
Fluit dolce 8’ C - B, 12 grenen pijpen
c°- f’’‘, 42 pijpen uit orgelmetaal 20% tin
Present 4’ C- f’’’, 54 pijpen uit orgelmetaal 30% tin
Roerfluit 4’ C - f’’’, 54 reeds aanwezige pijpen
Quintfluit 3’ C- f’’’, 54 pijpen uit orgelmetaal 25% tin
Woudfluit 2’ C- f’’’, 54 reeds aanwezige pijpen
Dulciaan 8’ C- f’’’, 54 pijpen uit orgelmetaal 30% tin

Tremulant

Koppels: Menuaalkoppel
Pedaalkoppel- Hoofdwerk
Pedaalkoppel- Onderpositief

Overzicht van het huidige complete orgel

Hoofdwerk, C – f3 Onderpositief Pedaal
Presant 8’ Fluit dolce 8’ C – B Bourdon 16’
Bourdon 16’ Present 4’ C- f’’’
Violon 8’ Roerfluit 4’ C - f’’’
Holpijp 8’ Quintfluit 3’ C- f’’’
Octaaf 4’ Woudfluit 2’ C- f’’’
Octaaf 2’ Dulciaan 8’ C- f’’’
Cornet 4 st.disc
Mixtuur 4 st
Trompet 8’
bas en discant

Wij zijn zeer tevreden met het eindresultaat!
Ook de organisten vinden het een prima orgel: biedt veel mogelijkheden!




 
terug